De zussen Van Hoof uit Olland fietsen heel wat kilometers naar school: Julia, Anne, Sophie en Roos (vlnr). © Van Assendelft Fotografie/Jeroen Appels
Zonder fiets komen deze vier zussen nergens: ’Alles is ver weg in Olland’
OLLAND – Overal naartoe kunnen. Iedereen fatsoenlijk kunnen bellen en Netflix kijken zonder haperingen. Ook dat is leefbaarheid. De vier zussen Julia, Sophie, Anne en Roos van Hoof uit Olland weten daar alles van.
En dat geldt overigens ook voor Ad van der Heijden, de voorzitter van de dorpsraad. ,,We blijven knokken en harken om het dorp draaiende te houden.”
Het komt er spontaan uit: ,,Waarom bouwen ze geen flat in Olland?”, vraagt Anne van Hoof (13) uit Olland zich ineens af. Want dan komen er eindelijk meer mensen, en dus ook vriendinnetjes, in dit kerkdorp bij Sint-Oedenrode wonen. En kan ze eindelijk echt in een elftal voetballen. ,,Nu zijn we maar met zes meisjes. De rest wordt aangevuld met jongens. En voor het damesteam ben ik nog te jong, dan moet je minstens 15 zijn.”
Haar oudere zus Julia (17) weet wel beter: ,,Dat gaan ze echt niet goed vinden, een flat in ons dorp. Dat past hier helemaal niet.” Met vier zussen zijn ze in het gezin Van Hoof, van pa Jan en ma Jolanda. Van oud naar jong: Julia (17), Sophie (15), Anne (13) en Roos (11). En alle vier wonen ze maar wat graag in hun dorp, waar hun ouders een melkveehouderij bestieren aan de rand van het dorp. ,,In een stad is het veel te druk”, vindt Roos. En haar oudste zus Julia: ,,Ik zou met niemand in de stad willen ruilen. Hier hebben we veel vrijheid en veel ruimte.”
‘Alles is ver weg’
Toch missen ze in Olland behoorlijk veel. ,,Alles is ver weg”, zegt Julia. De vier zussen hebben samen opgeteld al duizenden kilometers gefietst. Zo is Julia iedere dag – heen en terug – twee uur onderweg naar haar school, het Summa College in Eindhoven waar ze een opleiding volgt tot verpleegkundige bij Defensie. ,,Ik fiets een half uurtje naar Boxtel.” En soms mag ze de elektrische fiets van haar moeder lenen. ,,Dan is het 20 minuten of zo.”
In Boxtel pakt ze de trein naar Best, waarna ze de bus neemt naar haar school in Eindhoven. ,,Tja, het is best lang, maar ik weet niet beter.”
Lees verder onder deze foto.
Buurtbus eens in uur
Zo fietst Sophie iedere dag ruim 20 minuten naar het Jacob Roelands Lyceum in Boxtel, waar ze in vwo 4 zit. ,,We gaan meestal met een groep meiden. Door corona hebben we helaas lang niet met elkaar gefietst.” Anne fietst sinds de scholen weer open zijn, iedere dag een kilometer of zeven naar het Elde College in Schijndel, waar ze in vwo 2 zit. Dat kan soms best gevaarlijk zijn. ,,Vooral de oversteek bij De Nachtegaal op de Boxtelseweg.”
En nu het ergste van het coronavirus voorbij is, kunnen ze ook weer op de Buurtbus stappen. ,,Dat doen we alleen als het heel slecht weer is. Het mooie is dat de Buurtbus voor onze deur voorbij komt, wel slechts een keer in het uur”, weet Julia.
Een ander belangrijk onderdeel van bereikbaarheid is mobiel bereik en internet. Bellen met een gsm was jarenlang ondoenlijk in Olland, totdat dit jaar een grote zendmast werd geplaatst. ,,Wij hadden het geluk dat we hier ook bereik hadden van de zendmast in Liempde”, zegt Jolanda van Hoof. ,,Maar ook hier kon ik bijvoorbeeld niet bellen als ik in de keuken stond.”
En dan hebben ze ook nog het geluk dat ze sinds 2019 beschikken over glasvezel in het buitengebied. ,,Anders hadden onze kinderen in deze coronatijd niet allemaal online lessen kunnen volgen. En ook hebben we beter bereik keihard nodig voor onze melkrobot.”
Voorzitter dorpsraad

Deze zendmast op het sportpark in Olland zorgt voor veel betere bereikbaarheid in het dorp. © Robèrt van Lith/BD
Ad van der Heijden (67) zette zich als voorzitter van de dorpsraad in Olland jarenlang keihard in voor beter bereik. ,,Nu hebben we eindelijk die zendmast, maar helaas alleen voor mensen met een KPN-abonnement. We blijven dus strijden voor meer.”
Van der Heijden zet zich sowieso in voor de leefbaarheid in het dorp waar zijn wieg stond. Hij weet als geen ander wat leefbaarheid inhoudt. Zeker sinds hij afgelopen winter hard werd getroffen door het coronavirus. En nog steeds aan zijn lange herstelperiode bezig is.
,,Het is zo fijn om in een omgeving te wonen waar je op kunt rekenen. Zo kreeg ik een fruitmandje van de buurt toen ik terugkwam uit het ziekenhuis, dat maakte me echt blij. De saamhorigheid in Olland is enorm. En het is ook fijn dat onze twee kinderen allebei in Olland wonen. Die kunnen me nu helpen met de tuin en zo.”
Leefbaarheid is voor Van der Heijden veel meer dan in het dorp beschikken over winkels, openbaar vervoer of mobiel bereik. ,,Voor mij is wel of geen winkeltje niet bepalend. We kunnen tegenwoordig alles online bestellen. Leefbaarheid is veel meer een gevoel van vrijheid, je veilig voelen en er zijn voor elkaar. Het is ook elkaar iets gunnen en denken aan het algemeen belang. Niet iedereen is blij met die zendmast in ons dorp, maar voor het algemeen belang is die wel héél belangrijk.”
Bereikbaarheid cruciaal
Dat bereikbaarheid een cruciale rol speelt bij de leefbaarheid in kleine kernen, blijkt ook uit de reactie van het Sociaal en Cultureel Planbureau. ,,Dorpen met een goede bereikbaarheid ontwikkelen zich anders dan dorpen die slecht bereikbaar zijn. Zij hebben bijvoorbeeld vaker een café, want er komen meer recreanten”, zegt woordvoerster Lotte Vermeij.
De rol van openbaar vervoer in kleine dorpen is volgens haar relatief: ,,In vervoer kunnen zeker oplossingen gezocht worden. Verreweg de meeste dorpsbewoners hebben een of meerdere auto’s, wat het draagvlak voor OV weer vermindert. Maar voor specifieke doelgroepen kunnen dit alternatieven zijn.”
‘Het liefst 100 woningen’
Voor een dorp als Olland is het allerbelangrijkste dat er gebouwd wordt, vindt Van der Heijden. Ook hier maakt de dorpsraad zich al jaren sterk voor. ,,Nu komen er eindelijk 25 woningen bij, maar dat is nog lang niet genoeg. Voor 2030 het liefst zeker honderd woningen erbij. En dat is keihard nodig. Kijk maar naar de basisschool. Die zat enkele jaren terug nog op 120 leerlingen, nu nog maar op zo’n 70. Daarom blijven we knokken en harken om het dorp draaiende te houden. We zitten nu rond de 1100 inwoners, maar volgens mij moeten we naar 1500 groeien om het dorp goed leefbaar te houden. We hebben behoefte aan jonge mensen met nieuwe initiatieven.”
Op het gebied van bereikbaarheid heeft Van der Heijden nog wel wat te wensen: ,,De Pastoor Smitstraat wordt nu eindelijk opnieuw ingericht met snelheidsremmende maatregelen. Maar het wordt nu hoog tijd dat het fietspad langs de Ollandseweg wordt aangepakt. Sowieso moet er beter op snelheid gecontroleerd worden op de wegen in het buitengebied. Het is daar nu veel te gevaarlijk.”
BUURTBUSSEN RIJDEN WEER
Zeker een jaar hebben ze stilgestaan, de buurtbussen. Ook de 203 van Liempde naar Den Bosch. ,,Tijdens de lockdown mochten we natuurlijk niet rijden”, zegt Jac de Graaf (78) uit Liempde. Hij was in 2003 mede-oprichter van de Buurtbusvereniging 203 Liempde. ,,Onze chauffeurs zijn bijna allemaal gepensioneerde vrijwilligers. De kwetsbare groep dus. Daarom zijn we pas later dan de normale bussen weer opgestart.”
En dat niet zonder de nodige maatregelen: ,,We hebben een scherm in de bus geplaatst bij de chauffeur. En we hebben een ontluchtingsapparaat in de bus die de lucht zuivert.”
Het aantal passagiers neemt nu weer mondjesmaat toe. ,,Maar het laatste volle jaar voor corona hadden we toch 22.000 mensen in de bus.” Ze zijn met zo’n 20 vrijwilligers bij de lijn Liempde. ,,Per dienst rijd je vier uur.” In heel Brabant rijden ruim 60 buurtbussen, weet De Graaf. Belangrijk voor de leefbaarheid. ,,Zonder buurtbus is het voor veel mensen einde oefening.”
Jac de Graaf mag zelf nog maar een jaar rijden ‘op de bus’. ,,Dat zijn nu eenmaal de regels. Tot en met 79 mag je rijden, daarna niet meer. Die leeftijd is al een paar keer opgerekt.”